Psalms 61


Nee, u zet de mensen juist aan tot slechte daden.
Hoe meer geweld op aarde, hoe beter, vindt u.

1 De ongelovigen willen al vanaf hun geboorte
Gods wegen niet volgen.
De leugenaars liegen al
sinds zij hun moeders lichaam verlieten.

2 Zij zijn venijnig als slangen
en luisteren met dovemansoren.

3 Zij luisteren naar niemand,
hoe wijs iemand ook is.

4 O God, vernietig hen toch,
maak hen machteloos als een jonge leeuw
waarvan de hoektanden verwijderd zijn, Here.

5 Laat niets van hen overblijven,
zoals ook niets overblijft van water
dat in de grond wegzakt.
Laat hun wapens onbruikbaar zijn.

6 Laat hen vergaan als een smeltende slak
die zijn weg niet kan vervolgen,
of als een misgeboorte
die nooit het daglicht heeft kunnen zien.

7 God vernietigt hen,
eerder dan een kookpot de hitte opmerkt
van het vuur van brandende dorens.

8 De rechtvaardige is blij als hij ziet
hoe alles wordt gewroken,
hij wast zijn voeten
in het bloed van de goddelozen.
Copyright information for NldHTB